2012 03 12 MALPENSA – interview Peter Bruyn > Henk & Rob

‘Malpensa’, ‘verkeerd denken’. Zoiets’

Auteur: door Peter Bruyn | zaterdag 10 maart 2012 | 10:13 | Laatst bijgewerkt op: maandag 12 maart 2012 | 10:33

Tekstgrootte tekst verkleinentekst vergroten

BREDA – Gisteren verscheen het album ‘Malpensa’ van de Nits. De plaat markeert min of meer het 35-jarige bestaan van de band.

‘Het lijkt de vloek van de farao wel”, zegt Nits-zanger Henk Hofstede met gevoel voor ironie. Uitgerekend nu hij het nieuwe album van zijn band begint met de wat cryptische regel ‘I smoke five fingers in an Egyptian jail’, is klavierspeler Robert-Jan Stips voorlopig uitgeschakeld door een blessure aan zijn hand.

Gevolg is dat er na het interview met de halsoverkop opgetrommelde voormalig Nits-muzikante Laetitia van Krieken als invalster gerepeteerd gaat worden om toch zo weinig mogelijk concerten te hoeven afzeggen. “Maar dat maakt het voor ons ook extra spannend. Wie weet wat voor verrassende dingen dat weer oplevert”, bekijkt slagwerker Rob Kloet de situatie van de positieve kant.

Malpensa heet het nieuwe Nits-album. Hun vijfentwintigste, maar het kunnen er ook een paar meer of minder zijn, afhankelijk of je compilaties en mini-albums meetelt. Sinds 1974 spelen Hofstede en Kloet nu samen. Stips kwam er in 1979 bij als producer en twee jaar later als muzikant. En het is deze maand precies vijfendertig jaar geleden dat de debuutsingle Yes or No verscheen.

Op Malpensa geen popsongs meer met regelrechte hitrefreinen als ooit Tutti Ragazzi of Nescio. “Maar we zijn nu ook ruim dertig jaar verder”, zegt Kloet. “Als je jong bent speelt iets als opwinding ook een heel andere rol.” Gebleven is wel de weemoed die Hofstede in tientallen schakeringen weet te bezingen. Destijds al en nu nog steeds. Maar die weemoed is met het verstrijken der jaren wel meer bezonken.

In 2008 maakten ze nog een opvallend opgewekte en bij vlagen zelfs rockend album, Doing the Dishes.

“Maar dat was in feite een soort livealbum”, zegt Henk. “Met z’n drieën in de oefenruimte spelen. Veel gitaren. Heel snel werken. Aan Malpensa zijn we op een heel andere manier begonnen. In maart 2011 zijn we aan de gang gegaan met allerhande synthesizers, samplers en ritmeloops. De mannen van Kraftwerk hadden er als het ware zo binnen kunnen stappen. Maar door die aanpak dwingen we onszelf om eens iets heel anders uit te proberen.”

“Ik had een aantal hele lange ritmeloops ingespeeld”, vertelt Kloet. “Die bleken qua lengte niet precies samen te vallen met de akkoordenwisselingen van Henk. Dat leverde een heel spannend toevalseffect op. En je moet toeval een kans durven geven, vind ik.”

Het nummer waar hij op doelt is de eerste single van Malpensa, Love-Locks, waarin drie fragmentarische songideeën van Hofstede met loops, samples en synthesizerbliepjes aaneen zijn gekit tot een collageachtige song die qua sfeer wel wat doet denken aan The Original Soundtrack van 10CC uit 1975.

Ja, natuurlijk kennen ze die plaat, zegt Kloet. “Maar ik heb wel het idee dat die Godley en Creme bij 10CC alles heel secuur bedachten. Wij laten toch meer over aan wat er toevallig op ons pad komt.” Hun Nederlandse doorbraak beleefden de Nits met de top-10 hit Nescio in 1983.

In the Dutch Mountains uit 1987, was een album vol typisch Hollandse inkijkjes in het Amsterdam van de jaren vijftig en zestig, zoals de bladenbezorger op z’n bromfiets – The Panorama Man – en het naoorlogse verenigingsleven – J.O.S. Days. De groep kreeg er internationaal voet mee aan de grond. Na het livealbum Urk uit 1989 – hun bestverkochte plaat – gooiden de Nits het roer om en kozen voor spannender, maar ook minder hitgevoelige liedjes – alsof men aan de valkuil van de oppervlakkige popmuziek wilde ontsnappen.

In de jaren negentig verliet Robert-Jan Stips verliet de groep zelfs een tijdje. Maar sinds de eeuwwisseling liggen de Nits weer op koers met pakweg één nieuw album per twee jaar; steevast gevolgd door een uitgebreide internationale tournee.

De muziek van de groep wordt nog altijd gekenmerkt door de melancholieke melodieën en zang van Hofstede, het kameleontische klavierspel van Stips en het slagwerk van Kloet dat meer op klankkleur dan op ritme is gebaseerd.

De nostalgische Amsterdamse miniatuurtjes uit de Dutch Mountains-periode zijn op de recente albums steeds meer vervangen door songs die inhaken op het heden en de maatschappelijke actualiteit. De moord op Theo Van Gogh inspireerde Hofstede in 2005 al tot een trilogie op het album Les Nuits. In The Flowers van Doing the Dishes werd verwezen naar de Nederlandse troepen in Afghanistan.

En nu, op Malpensa, klinken de Nits onverbloemder dan ooit in het nummer Bad Government and its Effects on Town and Country; een titel die direct ontleend is aan een beroemde fresco ‘lIbuon e il mal Governo’ van de veertiende-eeuwse schilder Ambrogio Lorenzetti uit het Italiaanse Sienna.

“Ik zag dat schilderij, hoe hij de gevolgen van goed en slecht bestuur uitbeeldde – toen al”, zegt Hofstede. “En ik voelde heel sterk de parallellen met nu, in Nederland, maar ook daarbuiten.”

‘Waar is mijn land? Ik ben mijn land kwijt’, zingt hij in het nummer dat muzikaal in feite de meest traditionele song van de hele plaat is. Waarna gastmuzikant Kyteman een lange solo mag spelen, zodat de luisteraar nog wat over de woorden kan nadenken.

Malpensa verwijst naar de luchthaven van Milaan. Er zit geen diepere betekenis achter. Hoewel.

“Ik vond het eigenlijk een beetje vreemde naam voor een vliegveld”, zegt Hofstede. “Meer een titel van een boek van Elsschot of zo. En we hadden al die hoesfoto voor het album, waar wij in hetzwart en een beetje streng op staan; als een soort hedendaagse variant op Rembrandts Staalmeesters. Daar paste dat woord perfect bij. Het roept associaties op. Malpensa, ‘verkeerd denken’. Zoiets. Maar wij leggen die lading er niet in. Dat mag de luisteraar zelf doen.”

0 Responses to 2012 03 12 MALPENSA – interview Peter Bruyn > Henk & Rob